Kalmeertabletjes om te slapen en oppeppers bij het ontbijt.
’s Nachts word ik wakker met Inne naast me op de slaapbank. Ze heeft haar kleren nog aan. Kleine smakgeluidjes ontsnappen haar mond. Haar adem ruikt naar bier. Er is nog een andere geur. Zo herkenbaar. Ik sta op, controleer de zakken van haar jasje maar vind niets. Geen tabak. Geen vloeitjes.
“Shit!” Inne haar adem ruiken heeft bij mij de zin in een sigaret gewekt. Ik trek mijn kleren aan en loop de trap af.
De barman giet net een scheut ammoniak in het spoelwater voor de glazen. De geur brengt herinneringen boven. Nachten van hard labeur. De snelste manier om op reis geld te verdienen. Meid van alle werk. Opdienen, afruimen, kuisen en afwassen. In bars, cafés, hotels en restaurants, leerde ik de efficiëntie van ammoniak kennen.
Voor drank kom ik te laat, lacht de barman. Maar voor mij maakt hij graag een uitzondering. Ik hou niet van zijn gevlei maar ben toch dankbaar om het restje port dat hij in een wijnglas voor mij inschenkt. Samen met de port reken ik een pakje Marlboro af.
“Heeft u ook vuur?”
“Non, je m’excuse.”
Buiten de barman is er niemand aan wie ik een vuurtje vragen kan. Ik steek een sigaret in mijn mond en lurk eraan. De pluche zetels in de lounge zagen er vanmiddag al uitnodigend uit. Zonder te twijfelen plof ik erin neer. Voor me op het tafeltje ligt een stapel magazines. Duitstalige, Engelstalige en Franstalige maar geen enkele in het Nederlands. Mijn bril ligt boven. Maar zelfs met bril zouden mijn hersenen weigeren om op dit uur van de nacht een taal te ontcijferen. Dus hou ik het bij prentjes kijken. Ik fixeer mijn blik en pijnig mijn ogen om de opmaak van de foto’s te bestuderen. Ondertussen gaat de sigaret mijn mond in en uit. Na enkele halen druk ik ze onaangebroken in de asbak uit.
“Kan je niet slapen?”
“Erik?”
“Ik ook niet,” zegt hij.
“En euh…?”
“Lieve? Ligt te slapen als een roos. Lormetazepam. Neemt ze iedere avond. Kalmeertabletjes om te slapen en oppeppers bij het ontbijt. Tja,” zucht hij, “perfecte huwelijken bestaan enkel op dessertbordjes.”
“Is het zo erg?”
“Blijven communiceren, luidt het advies van onze verzameling therapeuten.”
“Zo erg dus.”
“En jij? Laat me raden. Jouw levensmotto destijds: de drie grote C’s.”
“Er is een man met de cheque, de vader van Inne. Ik koos hem ook voor de chique. Foute keuze. Onze relatie heeft niet lang stand gehouden.”
“En de derde C, de man van de choque? Bestaat hij?"
Ik knik. “Hij heet Jan. Meer wil ik daar niet over kwijt."
“Zin?" Erik biedt me een sigaret en een vuurtje aan. Ik blaas de rook voor me uit en zak weg in de zetel. Mijn hoofd op zijn schouder.
“De kinderen hebben vanavond geblowd,” zeg ik. Ik voel hem knikken.
Meer wordt er niet gezegd. Om drie uur gaan we elk terug naar ons eigen appartement. Ik vraag hem niet om met me mee te gaan. Ik weet dat hij ja zal zeggen en hij weet dat ik dat wil. Niet dat ik besloten heb om mijn veroveringsplan te staken. Weten dat antidepressiva, slaapmiddelen en een resem therapeuten hun huwelijk overeind houden, is al een stap in de goede richting. Zonder dat ik daar iets voor ondernomen heb.
“Shit!” Inne haar adem ruiken heeft bij mij de zin in een sigaret gewekt. Ik trek mijn kleren aan en loop de trap af.
De barman giet net een scheut ammoniak in het spoelwater voor de glazen. De geur brengt herinneringen boven. Nachten van hard labeur. De snelste manier om op reis geld te verdienen. Meid van alle werk. Opdienen, afruimen, kuisen en afwassen. In bars, cafés, hotels en restaurants, leerde ik de efficiëntie van ammoniak kennen.
Voor drank kom ik te laat, lacht de barman. Maar voor mij maakt hij graag een uitzondering. Ik hou niet van zijn gevlei maar ben toch dankbaar om het restje port dat hij in een wijnglas voor mij inschenkt. Samen met de port reken ik een pakje Marlboro af.
“Heeft u ook vuur?”
“Non, je m’excuse.”
Buiten de barman is er niemand aan wie ik een vuurtje vragen kan. Ik steek een sigaret in mijn mond en lurk eraan. De pluche zetels in de lounge zagen er vanmiddag al uitnodigend uit. Zonder te twijfelen plof ik erin neer. Voor me op het tafeltje ligt een stapel magazines. Duitstalige, Engelstalige en Franstalige maar geen enkele in het Nederlands. Mijn bril ligt boven. Maar zelfs met bril zouden mijn hersenen weigeren om op dit uur van de nacht een taal te ontcijferen. Dus hou ik het bij prentjes kijken. Ik fixeer mijn blik en pijnig mijn ogen om de opmaak van de foto’s te bestuderen. Ondertussen gaat de sigaret mijn mond in en uit. Na enkele halen druk ik ze onaangebroken in de asbak uit.
“Kan je niet slapen?”
“Erik?”
“Ik ook niet,” zegt hij.
“En euh…?”
“Lieve? Ligt te slapen als een roos. Lormetazepam. Neemt ze iedere avond. Kalmeertabletjes om te slapen en oppeppers bij het ontbijt. Tja,” zucht hij, “perfecte huwelijken bestaan enkel op dessertbordjes.”
“Is het zo erg?”
“Blijven communiceren, luidt het advies van onze verzameling therapeuten.”
“Zo erg dus.”
“En jij? Laat me raden. Jouw levensmotto destijds: de drie grote C’s.”
“Er is een man met de cheque, de vader van Inne. Ik koos hem ook voor de chique. Foute keuze. Onze relatie heeft niet lang stand gehouden.”
“En de derde C, de man van de choque? Bestaat hij?"
Ik knik. “Hij heet Jan. Meer wil ik daar niet over kwijt."
“Zin?" Erik biedt me een sigaret en een vuurtje aan. Ik blaas de rook voor me uit en zak weg in de zetel. Mijn hoofd op zijn schouder.
“De kinderen hebben vanavond geblowd,” zeg ik. Ik voel hem knikken.
Meer wordt er niet gezegd. Om drie uur gaan we elk terug naar ons eigen appartement. Ik vraag hem niet om met me mee te gaan. Ik weet dat hij ja zal zeggen en hij weet dat ik dat wil. Niet dat ik besloten heb om mijn veroveringsplan te staken. Weten dat antidepressiva, slaapmiddelen en een resem therapeuten hun huwelijk overeind houden, is al een stap in de goede richting. Zonder dat ik daar iets voor ondernomen heb.
Wil je naar het volgende hoofdstuk? Klik op de rechtse foto. Terug naar het overzicht, klik op de linkse foto.